Gehoorschade
Als geluidniveaus te hoog zijn kan schade in het oor optreden. Blootstelling aan een grote geluidsdosis zal leiden tot tijdelijke gehoorvermindering, oorsuizen of het waarnemen van een pieptoon.
Bij incidentele blootstelling zal het gehoor zich in principe wel herstellen. Maar bij geregelde blootstelling aan een grote dosis ontstaat een blijvende gehoorschade. Deze schade ontstaat meestal geleidelijk, maar kan ook acuut optreden. Bij een geleidelijk optredende gehoorschade is het vaak de omgeving die de schade waarneemt.
Gehoorschade kan men als volgt herkennen:
– de persoon gaat vaak harder praten;
– de persoon zet het geluid van tv en radio harder;
– de persoon hoort geen hoge tonen of zachte geluiden meer;
– de persoon heeft moeite met telefoneren;
– de persoon heeft moeite met het voeren van een gesprek in een rumoerige omgeving;
– de persoon hoort soms fluit-, piep- of bromtonen.
Veel geluid vergroot niet alleen de kans op gehoorschade maar kan soms ook leiden tot verhoogde bloeddruk, het optreden van stress, concentratiestoornissen en vermoeidheid. Bovendien neemt de kans op ongevallen toe doordat bijvoorbeeld waarschuwingssignalen niet gehoord worden.
Beroepen met grote kans op gehoorschade
Beroepen die veel te maken hebben met hoge geluidsniveaus zijn hout- en metaalbewerkers, bouwvakkers, vrachtwagenchauffeurs, defensiepersoneel, politieagenten, boeren, diskjockeys en musici (leden van orkesten). Ook in minder voor de hand liggende sectoren komt soms schadelijk geluid voor, zoals in zwembaden, gymnastiekzalen, recreatiecentra en kinderdagverblijven.
Wetgeving geluid
In de Arbowet en het Arbobesluit zijn grenswaarden voor geluid vastgesteld om werknemers te beschermen. Zie hiervoor het Arbobesluit, afdeling 3 van hoofdstuk 6, artikelen 6.6 t/m 6.11.
Daarnaast is elk bedrijf is verplicht een risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) te hebben. In een RI&E staan de risico’s voor de veiligheid en gezondheid op de werkplek aangegeven. Op elke werkplek zijn er risico’s. Is er niet te veel lawaai? Naast de risico’s legt het bedrijf in een RI&E ook vast welke maatregelen er genomen gaan worden. Deze maatregelen worden vastgelegd in het Plan van Aanpak
Werkgevers zijn verplicht om (gehoor)schade bij hun personeel te voorkomen. Ook werknemers zelf hebben verplichtingen.
De wet kent de volgende regels over geluid op de werkplek: bij blootstelling aan een dagelijkse dosis boven de 80 dB(A) moet de werkgever gehoorbeschermers beschikbaar stellen. Bij dagelijkse blootstelling aan een dosis boven de 85 dB(A) zijn werknemers verplicht om gehoorbeschermers te dragen. Bij blootstelling boven de 85 dB(A) moet een plan van aanpak worden gemaakt. Als de grenswaarde van 87 dB(A) wordt overschreden (gemeten in het oor, dus rekening houdend met de gehoorbeschermers), moet er direct voor gezorgd worden dat het geluid onder deze grenswaarde wordt gebracht. Werkgevers moeten hun personeel voldoende voorlichten over de gevaren van geluid. Werknemers hebben recht op een gehoortest om vast te stellen dat de getroffen maatregelen effectief zijn.
Om een indruk te krijgen van hoeveel 80 dB(A) is, de volgende vuistregel toe te passen. Als je op 1 meter afstand een spreker niet meer kunt verstaan, ligt het geluid waarschijnlijk boven de 80 dB(A).
Gehoorschade voorkomen
Een werkgever kan verschillende maatregelen treffen om schadelijk geluid op de werkplek te reduceren:
– aanschaf en gebruik van stillere machines;
– ontwikkelen van stillere productiemethodes;
– machines plaatsen in geluiddempende kasten;
– personeel laten werken in geluiddempende cabines;
– goed onderhoud materieel;
– blootstellingsduur zo veel mogelijk beperken.
Als bovenstaande maatregelen (nog) niet mogelijk zijn of te weinig effect sorteren, moet gebruik worden gemaakt van gehoorbeschermingsmiddelen.
Beoordeling geluid
De doelstelling van het onderzoek is het meten en beoordelen van de geluidniveaus op iedere arbeidsplaats. Het onderzoek richt zich op de geluidniveaus op het menselijk oor tijdens het uitvoeren van de werkzaamheden. De beoordeling bevat de voorkomende equivalente geluidniveaus op de arbeidsplaatsen, de verblijfstijd van de medewerkers op die plaatsen en de dagelijkse blootstelling (dagdosis).
De grondslag voor de metingen en de beoordeling is de NEN 3418 of de NEN-EN-ISO 9612. In de RI&E (Risico Inventarisatie & Evaluatie) wordt tenminste aangegeven (NEN 3418):
– het equivalente geluidniveau (LAeqw) tijdens de diverse werkzaamheden;
– de gemiddelde dagelijkse blootstellingsduur bij deze werkzaamheden;
– de deeldosis:
– partieel geluidexpositieniveau (LEX,t):
– de bijdrage van de werkzaamheden aan de dagdosis;
– het aantal blootgestelden;
– de dagdosis (LEX,8h) per werknemer of groepen werknemers;
– optredende piekniveaus.